Informatie over ADHD

Naast ADHD een andere stoornis hebben

Naast ADHD nog een andere stoornis hebben

Vaak meer dan alleen ADHD

Het is bekend dat mensen met ADHD (aandachtstekortstoornis) vaak ook nog een andere stoornis hebben. Men spreekt dan van comorbiditeit. Naast de hoofdaandoening (ADHD) is er dus ook nog een andere aandoening aanwezig. Deze tweede aandoening / stoornis kan soms meer impact hebben dan ADHD. Vaak heeft ook de ene stoornis met de andere te maken. Zo triggert ADHD bij kinderen soms een gedragsstoornis (ODD) omdat ze hun energie niet kwijt kunnen of in een omgeving zitten die bepaald gedrag uitlokt. Bij een vroege diagnose kan daarom veel leed worden voorkomen. Want deze tweede stoornis maakt het leven voor een ADHD’er er niet makkelijker op.

Hieronder kort een beschrijving van stoornissen die vaak voorkomen bij kinderen en volwassenen met ADHD:

1 Autisme

Autisme spectrum stoornis (ASS): ASS is een ontwikkelingsstoornis die problemen met sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag omvat. Sommige mensen met autisme vertonen ook symptomen die lijken op ADHD, zoals aandachtsproblemen en hyperactiviteit. Autisme komt relatief vaak voor in combinatie met ADHD. Er is ook veel overlap tussen beide stoornissen. Je ziet dat mensen met autisme en ADHD vaak een korte dan wel een extreem lange concentratie spanne hebben. Ook vertonen beide stoornissen impulsief gedrag en zijn ze extreem gevoelig voor prikkels van buitenaf.

2 ODD

ODD (Oppositional Defiant Disorder): ODD is een gedragsstoornis die wordt gekenmerkt door opstandigheid, woede-uitbarstingen, ongehoorzaamheid en conflicten met mensen die de regels bepalen zoals een juf of ouders bij kinderen en een baas bij volwassenen. Zeker kinderen met ODD worden als “onhandelbaar” gezien. Ongeveer 30 tot 40 procent van kinderen heeft naast ADHD ook ODD. Er zijn meerdere factoren waarom dit een vrij hoog percentage is onder kinderen met ADHD.

Omgeving en aanleg tot agressie (temperament) zijn waarschijnlijk de meest waarschijnlijke factoren. Vooral de omgevingsfactoren kunnen een grote invloed hebben. Dit zie je ook terug bij mensen die alleen ADHD hebben. Het voordeel is dat je deze omgevingsfactoren kunt veranderen. ODD-sympthomen zijn te verminderen door iemand in de juiste omgeving te laten functioneren. Het gaat dan om een omgeving waar geen irritatie is en hij of zij de vrijheid heeft om zelf te bepalen hoe te werken. Daarnaast kan ook ADHD-medicatie helpen om de scherpe kantjes eraf te halen.  

3 CD

Conduct Disorder (CD): Dit is een ernstigere antisociale-gedragsstoornis dan ODD, waarbij kinderen of volwassenen ernstige antisociale gedragingen vertonen, zoals geweld, diefstal en ernstige overtredingen van regels en wetten. Zeker als ADHD samen met ODD niet wordt gediagnosticeerd kan dit tot gevolg hebben dat uiteindelijk CD wordt ontwikkeld bij de desbetreffende persoon. Kinderen en volwassenen die met hun ADHD geen kant op kunnen en dit uiten in extreem impulsief en gevaarlijk gedrag (ODD). Helaas kan dit grote gevolgen hebben voor hem of haar maar ook de omgeving. Daarom is ook hier een snelle diagnose zeer belangrijk.

4 Dyslexie

Dyslexie: Dyslexie is een specifieke leerstoornis die problemen veroorzaakt met lezen, schrijven en spellen. Het komt vaak voor dat mensen met ADHD ook dyslexie hebben. Bekend voorbeeld van iemand met ADHD en dyslexie is Richard Branson. Dyslexie kan tegenwoordig al vroeg worden gediagnosticeerd door een speciale test te doen waarbij ze kunnen vaststellen of je dyslexie hebt. Daarnaast wordt er in het onderwijs tegenwoordig rekening gehouden met dyslectie zodat je als leerling met dyslectie extra tijd krijgt bij toetsen en examens.

5 Ticstoornissen

Ticstoornissen: Ticstoornissen, zoals het syndroom van Gilles de la Tourette, kunnen gepaard gaan met ongewenste bewegingen (motorische tics) en vocale geluiden (vocale tics). Ongeveer 20 procent van de mensen met ADHD heeft ook een ticstoornis. Er zijn mensen die hun huis niet meer uit durven omdat ze zich schamen voor hun tic. Deze stoornis kan dus ernstige gevolgen hebben voor iemands sociale leven of carrière. Gelukkig wordt er steeds meer bekend over deze stoornis en kan met gedragstherapie en medicatie de ticstoonis worden verminderd.

Conclusie

Het is belangrijk om op te merken dat al deze stoornissen afzonderlijk kunnen voorkomen, maar dus vaak samengaan met een stoornis zoals ADHD. Diagnose en behandeling moeten altijd worden uitgevoerd door (kinder)psychiaters, psychologen en andere specialisten in de geestelijke gezondheidszorg. De stoornis dient dus altijd grondig onderzocht te worden. Alleen dan kan de juiste diagnose worden gesteld en kan een passend behandelplan worden opgesteld. Er wordt dan gekeken welke therapie nodig is en of er medicatie moet worden gegeven. Vaak zie je bij ernstige stoornissen dat medicatie een goed begin kan zijn om de ergste symptomen weg te nemen zodat de persoon weer enigzins “normaal” kan functioneren. Ook is ondersteuning op maat essentieel om de stoornis onder controle te krijgen. Gelukkig zijn er dus tegenwoordig genoeg therapieën en medicatie om ook met de bovenstaande stoornissen een positief leven te leiden.